De Bestuur en Raad van Toezicht

Terug naar vorige pagina


Bestuur:
De heer H.P. Streefkerk

Raad van Toezicht:
Mevrouw A. van der Loos
De heer J.J.M van Rosmalen
De heer G.G. Philip

Statuten:
BESTUUR.
Artikel 5.
a. De stichting wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit één bestuurder, onder toezicht van de Raad van Toezicht;
b. De Raad benoemt het bestuur;
c. Het bestuur kan door de Raad worden geschorst of ontslagen;
d. Een besluit van de Raad tot benoeming, schorsing of ontslag van het bestuur kan slechts genomen worden in een vergadering waarin alle in functie zijnde leden van de Raad aanwezig of vertegenwoordigd zijn met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen;
e. Het salaris en de verdere arbeidsvoorwaarden van het bestuur wordt door de Raad vastgesteld;
f. Het bestuur van de stichting is belast met:
- het bepalen van missie en koers;
- het inrichten, faciliteren en beheren van de organisatie;
- het vertegenwoordigen van de stichting;
- het naleven van wettelijke verplichtingen.
Artikel 6.
a. Het bestuur is mits na vooraf verkregen schriftelijke goedkeuring van de Raad bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk mede schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor de schuld van een derde verbindt zoals bedoeld in artikel 291 lid 2 Boek 2 Burgerlijk Wetboek.
b. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte.
c. Het bestuur kan na goedkeuring van de Raad aan anderen volmacht geven om de stichting in en buiten rechte te vertegenwoordigen binnen de in die volmacht omschreven grenzen.
d. Bij ontstentenis van het bestuur voorziet de Raad in de ontstane vacatures.
BEVOEGDHEIDSBEPERKINGEN.
Artikel 7.
Aan de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad zijn besluiten van het bestuur onderworpen tot:
a. Vaststelling en wijziging van het jaarlijkse beleidsplan met bijbehorende begroting;
b. vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening;
c. het verkrijgen, bezwaren en vervreemden van registergoederen, en het overdragen tot zekerheid of het bezwaren van roerende -lichamelijke of onlichamelijke- zaken;
d. het aangaan van geldleningen ten laste van de stichting, met uitzondering van het opnemen van gelden, waardoor de stichting bij één of meer door de Raad aangewezen bankiers debet komt te staan tot een bedrag niet hoger dan het bedrag, hetwelk, na door de Raad te zijn vastgesteld, aan die bankier(s) is medegedeeld;
e. het verbinden van de stichting voor de schulden van anderen, op welke wijze dan ook;
f. beëindiging van de dienstbetrekking van vijf of meer medewerkers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek;
g. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale gedingen, doch met uitzondering van het nemen van rechtshandelingen die geen uitstel kunnen leiden of van louter conservatoren aard zijn en voorts met uitzondering van het nemen van maatregelen tot het innen van geld en bij rechterlijke ontbinding van arbeidsovereenkomst;
h. duurzame samenwerking met andere rechtspersonen, alsmede het verbreken van een zodanige samenwerking;
i. belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere werkzaamheden van de stichting;
j. belangrijke organisatorische wijzigingen;
k. het aanvragen van faillissement of surséance van betaling;
l. het verrichten van rechtshandelingen, voorzover niet reeds onder één der vorige subartikelen vallende, waarvan het belang of de waarde voor de stichting een door de Raad vast te stellen bedrag te boven gaat of waarvan het belang of de waarde onbepaald is, doch -naar redelijkerwijs kan worden verwacht- het hiervoor bedoelde bedrag te boven gaat of waardoor de stichting voor langer dan een door de Raad vast te stellen termijn wordt verbonden, tot wijziging van welke termijn de Raad te allen tijde bevoegd is.
RAAD VAN TOEZICHT.
Artikel 8.
a. De stichting kent een Raad van Toezicht, hierna te noemen: de Raad, bestaande uit een door de Raad vast te stellen bij voorkeur oneven aantal van ten minste drie en ten hoogste zeven leden.
De leden hebben geen direct of indirect belang bij de exploitatie van de stichting, maar hebben indien mogelijk op grond van hun maatschappelijk functioneren een zekere mate van deskundigheid met betrekking tot het doel van de stichting.
b. De Raad heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting. Hij staat het bestuur met raad terzijde. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad zich naar het belang van de stichting.
c. De Raad benoemt en ontslaat een eventueel aangestelde externe accountant van de stichting; 
d. De Raad of een of meer door hem aan te wijzen leden hebben toegang tot alle lokaliteiten van de stichting en het recht om te allen tijden inzage te nemen van alle bescheiden en boeken van de stichting.
De Raad kan zich daarbij na overleg met het bestuur doen bijstaan door de accountant van de stichting aan wie inzage van de volledige administratie dient te worden verleend.
Het bestuur verschaft de Raad tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens.
e. De leden van de Raad worden benoemd voor een zittingsduur van vier jaar en zijn tweemaal herbenoembaar.
f. De Raad (met uitzondering van de eerste Raad waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een vice-voorzitter en een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en vice-voorzitter kunnen ook door één persoon worden vervuld.
g. De leden van de Raad treden af volgens een door de Raad opgemaakt rooster van aftreden met inachtneming van een zittingsduur van ten minste vier jaar, met uitzondering van de leden van de eerste Raad, die zitting hebben voor de duur van vier jaar en daarna aftreden volgens een door de Raad opgemaakt rooster van aftreden.
h. Ieder lid van de Raad wordt benoemd door de Raad;
slechts natuurlijke personen kunnen lid van de Raad zijn.
i. Ieder lid kan door de Raad worden geschorst en ontslagen, De Raad kan tot ontslag alleen besluiten nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld om zich in een vergadering van de Raad te verantwoorden.
Een schorsing eindigt indien deze niet binnen drie maanden door een besluit tot ontslag is gevolgd.
j. Bij het ontstaan van één (of meer) vacature(s) in de Raad zullen de overblijvende leden van de Raad met algemene stemmen (of zal het enig overblijvende lid van de Raad) binnen drie maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van één (of meer) opvolger(s) zulks met inachtneming van het in lid a en h van dit artikel bepaalde.
Bij het voorzien in de vacatures kan de Raad zich door middel van adviezen laten bijstaan door het bestuur.
k. Mochten in de Raad om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende leden van de Raad, of vormt het enig overblijvende lid van de Raad niettemin een wettige Raad.
l. Bij verschil van mening tussen de overblijvende leden van de Raad omtrent de benoeming, alsmede wanneer alle leden van de Raad mochten komen te ontbreken voordat aanvulling van de ontstane vacature(s) plaatsvond en voorts indien de overgebleven leden van de Raad zouden nalaten binnen redelijke termijn in de vacature(s) te voorzien, zal die voorziening geschieden door de rechtbank op verzoek van iedere belanghebbende of op vordering van het Openbaar Ministerie.
m. De Raad kan een lid van de Raad ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan zijn handhaving als lid van de Raad redelijkerwijs niet van de stichting kan worden verlangd.
n. Het lidmaatschap van de Raad eindigt:
a. door zijn overlijden;
b. wanneer hij her vrije beheer over zijn vermogen verliest;
c. via schriftelijke ontslagaanvraag;
d. door ontslag hun door de raad verleend;
e. door ontslag op grond van artikel 2:298 Boek 2 Burgerlijk Wetboek.


WERKWIJZE RAAD VAN TOEZICHT.
Artikel 9.
a. De raadsvergaderingen worden gehouden op een door de voorzitter te bepalen plaats.
b. De raad vergadert tenminste viermaal per jaar.
c. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één van de andere leden van de Raad of het bestuur daartoe schriftelijk en onder opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt.
Indien de voorzitter aan een dergelijke verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na de ontvangst van het verzoek, is de verzoeker gerechtigd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
d. De oproeping tot de vergadering geschiedt -behoudens het sub c bepaalde- door of namens de voorzitter, tenminste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, schriftelijk.
e. De oproepingsbrieven (convocaties) vermelden behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
f. Zolang in een raadsvergadering alle in functie zijnde leden van de Raad aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen ook al zijn deze niet geagendeerd, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
g. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de Raad en bij diens afwezigheid door de vice-voorzitter; bij afwezigheid van de vice-voorzitter wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
h. Van het in de vergadering behandelde worden door de secretaris, of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht, notulen opgesteld.
De notulen worden in de eerstvolgende vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en secretaris van die vergadering.
i. De Raad kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid van zijn in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig is.
Een lid van de Raad kan zich ter vergadering door een medelid van de Raad laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de vergadering voldoende, volmacht.
Een lid van de Raad kan daarbij slechts voor één medelid van de Raad als gevolmachtigde optreden.
j. De Raad kan ook buiten vergaderingen besluiten nemen, mits alle leden van de Raad in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, telegrafisch, per telex of per fax of andere vorm van communicatie -e-mail daaronder begrepen- hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een verslag gemaakt dat, na medeondertekening door de voorzitter, in de notulen wordt vastgelegd.
k. Ieder lid van de Raad heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle raadsbesluiten met gewone meerderheid van de geldig uitgebracht stemmen genomen.
Indien de stemmen staken zal binnen veertien dagen een nieuwe vergadering worden gehouden waarin het besluit waaromtrent de stemmen staakten opnieuw in stemming wordt gebracht conform de convocatie. Staken de stemmen alsdan opnieuw dan beslist de voorzitter.
l. Alle stemmingen van de vergadering geschieden mondeling, tenzij een van de leden een schriftelijke stemming gewenst acht of een van de stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt.
m. Blanco en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
n. In alle geschillen met betrekking tot stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.
o. De Raad is bevoegd bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door een of meer commissies.
p. De vergaderingen van de Raad worden bijgewoond door het bestuur tenzij de Raad te kennen geeft zonder het bestuur te willen vergaderen.

Terug naar vorige pagina